Meettoestellen

Lucht kan niet zomaar "gemeten" worden. Elk van de opgesomde verontreinigende stoffen in de biba 2008 studie vereist een specifiek meettoestel en een specifieke analysetechniek in het laboratorium. Daarom zal elke deelnemende klas en school uitgerust worden met deze toestellen. De toestellen zullen allemaal tezamen de lucht meten, om zo een vergelijking tussen alle meetwaarden mogelijk te maken.

Fijn stof - meters

Fijn stof meten we met twee technieken. In de buitenlucht gebruiken we de grote Partisol. Dit toestel zuigt fijn stof, dat kleiner is dan 2.5 µm, aan en verzamelt het op een filter. Deze filter gaat dan naar het laboratorium om gewogen te worden. Wanneer we dat het gewicht na de staalanme vergelijken met dat voor de staalname, kunnen de de concentratie fijn stof bepalen. In de klaslokalen meten niet enkel het fijn stof dat kleiner is dan 2.5 µm; we kijken ook naar de concentratie fijn stof dat kleiner is dan 1 µm en naar de hoeveelheid fijn stof die kleiner is dan 10 µm. Hiervoor gebruiken we een Grimm-toestel. Dit toestel meet elke 15 minuten hoeveel fijn stof er aanwezig is in de lucht. Zo verkrijgen we een duidelijk beeld over de grootte van het fijn stof in een klaslokaal.

Partisol
Partisol
Grimm-toestel
Grimm-toestel

 

Diffusieve dosismeters

Bij staalname worden de vluchtige organische stoffen bemonsterd op actief kool. Deze actieve kool wordt gebruikt in diffusieve dosismeters. De dosismeters werken ‘passief’, zij zijn geluidloos en hebben Na een staalname van 5 dagen worden de diffusieve dosismeters terug verzameld. Nadien worden zij in het laboratorium met een solvent gedesorbeerd. Deze vloeistof wordt vervolgens geïnjecteerd in een gas - chromatograaf, uitgerust met een massaspectrometer (GC-MS).

Diffusieve Dosismeter voor VOC
Diffusieve Dosismeter voor VOC
GC-MS analysetoestel
GC-MS analysetoestel
Diffusieve dosismeter voor aldehyden
Diffusieve dosismeter voor aldehyden

Formaldehyde en acetaldehyde worden bemonsterd met badge-vormige diffusieve dosismeters. Deze dosismeters (UMEx 100) zijn reeds gebruikt en gevalideerd door het labo. De aldehyden reageren chemisch op de dosismeter geïmpregneerd met dinitrophenylhydrazine (DNPH). De gevormde complexen worden gedesorbeerd met ethylacetaat of acetonitrile. Daarna volgt de analyse met respectievelijk GC-MS of LC-UV (vloeistof chromatograaf met Ultra Violet detector). Deze diffusieve dosismeters plaatsen we zowel binnen als buiten. In de klaslokalen plaatsen we de toestelletjes aan een speciaal ontworpen statief, zoals getoond in onderstaande afbeelding.

Statief met diffusieve dosismeters
Statief met diffusieve dosismeters

Binnen- en buitenmeters

Om de verluchting en het klimaat in de klas te bepalen plaatsten we zowel binnen als buiten toestelletjes die koolstofdioxide (CO2), de temperatuur en de relatieve vochtigheid meten. Hiermee kunnen we dan het ventilatiedebiet en het ventilatievoud van iedere klas berekenen en evalueren in relatie tot de anders stoffen die we meten.

CO2, temperatuur en relatieve vochtigheid in klassen	CO2 en temperatuur in de buitenlucht
CO2, temperatuur en relatieve vochtigheid in klassen    CO2 en temperatuur in de buitenlucht